Moeilijkheid: Makkelijk | bereidingstijd: 8 uur

Een bijzonder frisse variant van de spare ribs zijn de Lemon ribs, spareribs gemarineerd in een dry-rub gemaakt van gerookte citroen. In tegenstelling tot de oosterse spare ribs worden deze ribben niet gemarineerd en gelakt voor een kleverige bark, maar worden ze droog gerookt. Dit betekend echter niet dat de ribben droog zijn. De citroen rub zorgt voor een unieke smaakbeleving, zeker proberen dus!

Ingrediënten:

  • Spare ribs
  • 10 Citroenen (er gaat een deel verbranden)
  • Grof Zout
  • Grove Peper korrels

Bereiding:

Om de rub te maken moeten de citroenen gerookt en gedroogd worden, hiervoor snijd Gijs de citroenen in dunne plakken (ongeveer 3 millimeter) en besprinkelt hij ze aan beide kanten met zout. Het zout zorgt ervoor dat het vocht uit de citroenen trekt, dit zorgt voor mooie droge schijfjes. Om de citroenen te roken stookt Gijs de barbecue op 140 graden met behulp van de snake methode, dit zorgt voor een consistente temperatuur over een langere periode. Als rookhout kiest hij voor Appel hout omdat dit een relatief milde rooksmaak geeft. Om te voorkomen dat de citroenen verbranden plaatst Gijs een aantal aluminium bakken in de barbecue en plaatst hij de citroen schijfjes op de gril erboven.

Na 2 a 3 uur zijn de schijfjes mooi bruin gekarameliseerd, de geur is ook geweldig. Het is bijna niet te voorkomen dat een deel van de citroenen verbrand, dus het is belangrijk dat de verbrande schijfjes worden verwijderd. Met de citroenen droog (een klein beetje kleverig/zacht is oke) en gerookt is het tijd voor het maken van de rub. Voor de rub vermaalt Gijs de geslaagde citroenen en voegt hij een half deel peper en een kwart deel zout toe. Dit alles wordt gemalen tot een egale rub. De verhouding van de rub is dus:

  • 1 deel citroen
  • 1/2 deel peper
  • 1/4 deel zout

Tot slot is het tijd voor de spare ribs. Zoals altijd is het belangrijk om de silver-skin van de ribben te verwijderen, dit is een taai membraam wat niet lekker is om te eten. Ook is het goed om het vlees een beetje te trimmen waar nodig, Gijs is geen fan van vet flubbertjes en verwijderd grote stukken vet van de ribben. Hierna smeert hij de ribben goed in met de nieuwe rub, de rub is niet lang houdbaar door het vocht dat in de citroen achtergebleven is dus er is geen reden om zuinig te zijn. Eenmaal ingesmeerd mogen de ribben op de barbecue. Hier rookt Gijs ze eerst 2 uur op 130 graden met een milde appel rook, waarna hij ze nog eens 2 uur in aluminiumfolie laat garen. De laatste stap is belangrijk voor het bewaren van het vocht in de ribben en het voorkomen van uitdrogen. Ook dit gebeurt op 130 graden. Tot slot laat hij de ribben nog een kwartiertje tot 20 minuten zonder aluminium folie op de barbecue liggen om ze een mooie droge korst te geven.

Het resultaat is een unieke sparerib, heerlijk fris met een geweldige kick van de peper. Deze spareribs gaan ook geweldig samen met de wiskey barbecue saus van Gijs zijn frikandel burnt ends!